
Spreekwoorden: (1914)
Aan de hand doen (iemand iets -),d.w.z. iemand aan iets helpen; hem iets aanbieden, verschaffen, opleveren; eig. maken dat hij het in handen krijgt; hd. jem. etw. an Handen (oder die Hand) geben. Vgl. Sewel, 312: Iemand iets aan de hand geven, to give one occasion to a thing, to hint to one; Van Eff...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Aan de hand doen (iemand iets -),d.w.z. iemand aan iets helpen; hem iets aanbieden, verschaffen, opleveren; eig. maken dat hij het in handen krijgt; hd. jem. etw. an Handen (oder die Hand) geben. Vgl. Sewel, 312: Iemand iets aan de hand geven, to give one occasion to a thing, to hint to one; Van Eff...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.